(springvorm 20 cm doorsnede)
250 gr bloem
150 gr boter
125 gr basterdsuiker
1 ei
1 theelepel geraspte citroenschil
snufje zout
Voor de vulling:
500 gr blauwe bessen
50 gr suiker
1 eetlepel citroenrasp
Kneed van de bloem, de boter, de basterdsuiker, de helft van het geklopte ei, de citroenrasp en het zout een soepele deegbal. Beboter een springvorm. Druk 2/3 deel van het deeg gelijkmatig uit op de bodem en de zijwanden van de vorm. Leg de helft van de blauwe bessen gelijkmatig in het deegbakje. Bestrooi deze met de helft van de suiker en het citroensap. Leg er daarna de andere helft van de blauwe bessen in en bestrooi deze met de resterende suiker en citroensap. Rol het bewaarde deeg (1/3 deel) uit op het met bloem bestoven aanrecht. Snijd daar smalle reepjes van en leg de helft daarvan evenwijdig over de taart. Leg vervolgens de andere reepjes er zo overheen dat het een netwerk wordt. Bestrijk het deeg met de rest van het losgeklopte ei. Zet de taart in een voorverwarmde oven van (±) 200 ˚C en bak deze in (±) 50 minuten gaar.